Sectorakkoord 2021-2022 voor paritair comité 207
Het sociaal overleg vindt in België plaats op 3 niveaus: interprofessioneel/federaal, sectoraal en binnen de onderneming. De afgelopen maanden werden op federaal en interprofessioneel niveau de loonnorm en verschillende tewerkstellingsmaatregelen vastgelegd die de basis vormen voor de sectorale onderhandelingen.
Binnen PC 207 werden deze onderhandelingen intussen gevoerd, wat resulteerde in een sectorakkoord voor de jaren 2021 - 2022 (geldig van 01.01.2021 tot en met 31.12.2022). We willen u hieronder een overzicht bezorgen van de belangrijkste beslissingen voor de komende twee jaar in uw sector.
Let op! Onderstaande tekst is gebaseerd op het protocolakkoord en kan nog wijzigen in het definitieve akkoord.
Lonen
Voor de ondernemingen die op bedrijfsniveau geen cao’s afsluiten over de lonen (=“niet-geconventioneerde ondernemingen”), worden de effectief uitbetaalde lonen en de ploegenpremies van de bedienden waarvan de functie werd opgenomen in de classificatie van de functies, verhoogd met 0,4% op 01.01.2022. Indien op ondernemingsniveau reeds loonsverhogingen werden toegekend voor een equivalent bedrag, dienen deze verhogingen aangerekend te worden op de 0,4% loonsverhoging zoals voorzien in het sectorakkoord.
De bruto minimum ervaringsmaandlonen worden verhoogd met € 17,333 vanaf de maand na de ondertekening van het nationaal akkoord en worden nog eens met € 17,333 verhoogd vanaf 01.04.2022.
De verhoging van de lonen volgens het indexmechanisme voorzien in de sector of volgens de vaststaande ondernemingsbarema’s blijft van toepassing naast deze 0,4% loonsverhoging.
Ondernemingen die op bedrijfsniveau gebonden zijn door een cao over lonen (= “geconventioneerde ondernemingen”), zijn vrij om op ondernemingsniveau onderhandelingen te voeren over de invulling van de 0,4% maximale koopkrachtverhoging waarin het interprofessioneel akkoord voorziet.
Waarderingspremie
De ondernemingen die op bedrijfsniveau geen cao’s afsluiten over de lonen (=“niet-geconventioneerde ondernemingen”), zullen op uiterlijk 31.12.2021 een coronapremie moeten toekennen aan hun werknemers ter waarde van € 200. Deze premie wordt in de vorm van consumptiecheques toegekend.
Deze hoogte van premie wordt bepaald pro rata het arbeidsregime in 2021 en pro rata van effectieve prestaties en gelijkstellingen, berekend zoals voor de eindejaarspremie. De werknemer dient in dienst te zijn op 1 november 2021. Ondernemingen die reeds expliciet een premie hebben toegekend in 2021 in het kader van corona in de vorm van consumptiecheques, mogen deze premie verrekenen.
Eindejaarspremie
Het maximumbedrag voor de eindejaarspremie van de handelsvertegenwoordigers wordt met 0,4% verhoogd tot € 2.161,50 (huidig bedrag € 2.152,89).
Mobiliteit
Naast de tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement, zal de werkgever ook bijdragen in de kosten van een maandabonnement op de NMBS parking, voor een bedrag van € 10 per maand (prorata de abonnementsformule).
Anciënniteitsverlof
In het PC 207 wordt een bijkomende verlofdag toegekend wanneer de werknemer 20 jaar anciënniteit heeft in de onderneming. Vanaf 01.01.2022 wordt deze bijkomende verlofdag toegekend indien de werknemer minimum 15 jaar anciënniteit heeft in de onderneming (in plaats van na 20 jaar).
De bijkomende verlofdag na 25 jaar anciënniteit in de onderneming blijft behouden.
Klein verlet
Er wordt klein verlet ingevoerd voor wettelijke samenwoning. Een werknemer mag met behoud van loon afwezig zijn gedurende 3 opeenvolgende werkdagen indien hij of zij wettelijk gaat samenwonen. Bij een huwelijk door dezelfde partijen binnen een periode van 10 jaar sinds de verklaring van wettelijke samenwoning, worden deze dagen klein verlet verrekend met die van het huwelijk. Er mag ook slechts opnieuw klein verlet worden toegekend voor wettelijke samenwoning nadat er minimum 10 jaar verstreken zijn sinds de vorige wettelijke samenwoning.
SWT en tijdskrediet
Wat betreft SWT wordt er in dit akkoord voorzien in verschillende stelsels.
Voor wat betreft het tijdskrediet, voorziet de sector in een verlenging tot 30.06.2023 van het tijdskrediet met motief zorg voor een periode van 51 maanden (voltijdse en halftijdse schorsing) en voor een periode van 36 maanden voor het motief opleiding (voltijdse en halftijdse schorsing). Voor de landingsbanen is er mogelijkheid tot het verkrijgen van een landingsbaan zonder uitkeringen vanaf 50 jaar indien 28 loopbaanjaren en tot het verkrijgen van een landingsbaan met uitkeringen vanaf 55 jaar (4/5 en ½).
Opleiding
De sector verhoogt de collectieve opleidingsinspanning van gemiddeld 4 dagen per jaar per voltijds equivalent naar gemiddeld 5 dagen per jaar per voltijds equivalent en verwacht daarbij van alle ondernemingen in de sector een actieve bijdrage.
Vanaf 01.01.2022 beschikt elke werknemer over een individueel opleidingsrecht van gemiddeld 1 dag vorming per jaar per voltijdse werknemer over een periode van 5 jaar, mits de werknemer minimum 6 maanden effectieve prestaties heeft per kalenderjaar.
Gezondheidstoezicht
Wanneer een werknemer gedurende 5 jaar voor het einde van zijn arbeidsovereenkomst, onderworpen is aan het verplicht periodiek gezondheidstoezicht voor risicofuncties, kan hij/zij na het vertrek bij de werkgever blijven genieten van het gezondheidstoezicht bij de arbeidsgeneeskundige dienst van de werkgever. Dit is geheel vrijblijvend voor de werknemer maar hij/zij moet hiervan wel op de hoogte gesteld worden tijdens het exitgesprek.
Interim
In de sector bestaat reeds de verplichting om bij aanwerving van een uitzendkracht die reeds in de onderneming werkzaam was, de anciënniteit als uitzendkracht gelijk te stellen voor alle voordelen op ondernemingsvlak waarbij rekening gehouden wordt met de anciënniteit, met uitzondering van de eindejaarspremie. Deze gelijkstelling was voorzien voor maximum 12 maanden maar wordt nu uitgebreid tot maximum 18 maanden.
