18/12/2025

Sectorakkoord 2025-2026 voor paritaire comités 116 en 207

Het sociaal overleg vindt in België plaats op 3 niveaus: interprofessioneel/federaal, sectoraal en binnen de onderneming.  De afgelopen maanden werden op federaal en interprofessioneel niveau de loonnorm en verschillende tewerkstellingsmaatregelen vastgelegd die de basis vormen voor de sectorale onderhandelingen.

Binnen PCs 116 en 207 werden deze onderhandelingen intussen gevoerd, wat resulteerde in een protocol van sectorakkoord voor de jaren 2025 - 2026 (geldig van 01.01.2025 tot en met 31.12.2026). We bezorgen u hierbij een overzicht van de belangrijkste beslissingen in uw sector voor het komende jaar.

 

1. Lonen

Het bruto minimum ervaringsmaandloon wordt verhoogd met 17,333 EUR voor baremieke bedienden vanaf 01.01.2026.

Voor arbeiders wordt het bruto minimum aanvangsuurloon verhoogd met 0,10 EUR vanaf 01.01.2026.  Hetzelfde geldt voor het bruto minimumuurloon voor arbeiders vanaf 12 maanden anciënniteit.

 

2. Koopkracht

De volgende maatregelen worden voorzien:

  1. Ploegenpremies

Vanaf 01.01.2026 worden de sectorale minimale ploegenpremies voor arbeiders verhoogd met 0,95 EUR bruto/uur voor de vroege en de late shift en met 3,10 EUR bruto/uur voor de nachtshift.

  1. Maaltijdcheques

Op voorwaarde dat de wetgeving volledig wordt geïmplementeerd (niet enkel de verhoging van de nominale waarde van de maaltijdcheques tot 10 EUR en de uitzondering op de loonnorm, maar ook de verhoogde aftrek in de vennootschapsbelasting die nog op zich laat wachten) geldt het volgende vanaf 01.04.2026 in ondernemingen die op bedrijfsniveau geen cao’s afsluiten over de lonen (= “niet-geconventioneerde ondernemingen”):

  • Ofwel: er worden reeds maaltijdcheques toegekend -> verhoging van de werkgeversbijdrage met 2 EUR.

  • Ofwel: er worden nog geen maaltijdcheques toegekend -> invoering met een werkgeversbijdrage van 2 EUR en een werknemersbijdrage van 1,09 EUR.

Deze regels zijn van toepassing op alle arbeiders en baremieke bedienden met uitzondering van studenten en niet-sedentaire werknemers die een maaltijdvergoeding ontvangen, alsmede werknemers van niet-geconventioneerde ondernemingen die beschikken over een bedrijfsrestaurant met werkgeverstussenkomst (tenzij deze werknemers op ondernemingsvlak reeds genieten van maaltijdcheques).

Ondernemingen kunnen de werkgeversbijdrage bij maaltijdcheques al verhogen of maaltijdcheques toekennen vanaf 01.01.2026. In dat geval wordt het bedrag van de verhoging of invoering in mindering gebracht op de hiervoor vermelde bedragen.

Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner indien u de nominale waarde van de maaltijdcheque reeds voor 01.04.2026 wenst te verhogen.

 

3. Flexijobs

In de mate dat de flexijob-regelgeving zou worden uitgebreid tot alle sectoren, wordt dit in principe uitgesloten.  Evenwel behouden ondernemingen het recht om desbetreffend een akkoord af te sluiten maar dit kan enkel indien er een syndicale delegatie of vertegenwoordigers van de vakorganisaties aanwezig zijn in de onderneming.

 

4. Zwangerschap en borstvoedingsverlof

Vanaf 01.01.2026 wordt de bestaanszekerheidsvergoeding bij verplichte werkverwijdering (volledige schorsing) in het kader van zwangerschap en borstvoeding verhoogd naar 18 EUR per niet gewerkte dag.

 

5. Werkbaar werk

Teneinde de overgang van volcontinu, wisselende 3 ploegen of vaste nacht naar een dagfunctie financieel te ondersteunen wordt de CAO rond werkbaar werk vanaf 01.07.2026 uitgebreid naar werknemers met 35 jaar anciënniteit (zij behouden hun ploegenpremie gedurende 9 maanden). De andere modaliteiten blijven onveranderd van toepassing.

 

6. Bestaanszekerheid bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard

Vanaf 01.01.2026 wordt de vergoedingsregeling die bestaat voor arbeiders uitgebreid naar baremieke bedienden. Concreet betekent dit dat ook baremieke bedienden recht hebben op een bijkomende vergoeding ten laste van de werkgever wanneer zij om hoger vermelde redenen ontslagen worden.

 

7. Drempel syndicale afvaardiging voor arbeiders en baremieke bedienden

Vanaf 01.01.2026 wordt in ondernemingen die minimaal 25 en maximaal 29 arbeiders, resp. baremieke bedienden tellen, enkel een syndicale afvaardiging opgericht indien 50%+1 (met afronding naar 13 indien de uitkomst 13,5 is) van de arbeiders, resp. baremieke bedienden dit schriftelijk aanvraagt.  De aanvraag moet gericht worden aan de voorzitter van het PC.

 

8. Tijdskrediet

De bestaande regimes van tijdskrediet met zorgmotief 51 maanden en opleiding 36 maanden worden verlengd tot 30.06.2027.

 

9. Aanvullende vergoeding bij 1/5e en ½ landingsbanen

Arbeiders en baremieke bedienden die aan de voorwaarden van de CAO van 29.06.2023 voldeden, kunnen ook in 2025 blijven genieten van een maandelijkse aanvullende vergoeding van 40 EUR ten laste van de werkgever (all-in kost).

Vanaf 2026 geldt het volgende (onder voorbehoud van meer gunstige bepalingen op ondernemingsvlak):

  • Het bedrag van de maandelijkse aanvullende vergoeding wordt verhoogd naar 80 EUR bruto voor arbeiders een (niet-)baremieke bedienden die RVA uitkering ontvangen in het kader van een 1/5e ladingsbaan, en die minstens 60 jaar zijn en in de onderneming een anciënniteit van minstens 5 jaar hebben. De aanvullende vergoeding vervalt van zodra er 12 opeenvolgende maanden geen effectieve prestatie is geleverd.

  • Hetzelfde regime geldt, onder dezelfde voorwaarden, ook voor halftijdse landingsbanen.

  • De leeftijd van 60 jaar wordt verlaagd naar 55 jaar voor zware beroepen.

Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner indien u meer gunstige regelingen invoert in de onderneming.

 

10. Eindeloopbaan

Voor zolang dit fiscaal gefaciliteerd blijft, ontvangen arbeiders en baremieke bedienden uit niet-geconventioneerde ondernemingen op het einde van de loopbaan (dus ter gelegenheid van hun (vervroegd) pensioen) een netto premie van minimum 40 EUR per jaar anciënniteit met een maximum van 1.000 EUR:

  • Op voorwaarde dat zij ofwel in de loop van de laatste 10 jaar gedurende 5 jaar in wisselende ploegen of in vaste nacht hebben gewerkt, ofwel in de loop van de laatste 15 jaar gedurende 7 jaar in wisselende ploegen of vaste nacht hebben gewerkt.

  • Er moet enkel een saldo uitbetaald worden indien zij ter gelegenheid van hun (vervroegd) pensioen reeds andere geldelijke voordelen verkrijgen op basis van wat geldt in de onderneming.

 

11. Leeftijdsdag

Vanaf 01.07.2026 wordt (onder voorbehoud van meer gunstige bepalingen op ondernemingsvlak) de leeftijdsdag verruimd naar 2 leeftijdsdagen voor werknemers vanaf 60 jaar op voorwaarde dat:

  • De gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis 38 uur bedraagt.

  • Deze werknemers geen aanspraak kunnen maken op alle anciënniteitsdagen (en met dien verstande dat de som van leeftijds- en anciënniteitsdagen niet meer dan 3 kan zijn).

Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner indien u meer gunstige regeling invoert op ondernemingsvlak.

 

12. Mobiliteit

Vanaf 01.07.2026 zal de werkgever niet alleen bijdragen in de kostprijs van een treinabonnement maar ook, na voorlegging van de nodige bewijsstukken, in de kostprijs van een maandabonnement op de NMBS-parking. De werkgeverskost kan maximaal 30 EUR per maand bedragen en wordt geproratiseerd in functie van de abonnementsformule.

Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner indien u moet bijdragen in de parkingkosten.





Op de hoogte blijven van al ons nieuws? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief:

Voornaam (*) Naam (*) E-mail (*)