Sectorakkoord 2021 - 2022 voor paritair comité 209
Het sociaal overleg vindt in België plaats op 3 niveaus: interprofessioneel/federaal, sectoraal en binnen de onderneming. De afgelopen maanden werden er op federaal en interprofessioneel niveau de loonnorm en verschillende tewerkstellingsmaatregelen vastgelegd die de basis vormen voor de sectorale onderhandelingen.
Binnen PC 209 werden deze onderhandelingen intussen gevoerd, wat resulteerde in een sectorakkoord voor de jaren 2021 - 2022 (geldig van 01.01.2021 tot en met 31.12.2022). We willen u hieronder een overzicht bezorgen van de belangrijkste beslissingen in uw sector.
Koopkracht
De bepalingen omtrent de eigen invulling van de loonmarge, de retroactiviteitspremie en de coronapremie, zijn in principe beperkt tot gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden. Het toepassingsgebied kan wel uitgebreid worden tot de niet-gebaremiseerde bedienden en niet-baremiseerbare bedienden volgens een welbepaalde procedure, afhankelijk of er al dan niet een vakbondsafvaardiging in de onderneming aanwezig is.
Loonsverhoging
Het sectorakkoord voorziet in een verhoging van de effectieve bruto maandlonen met 0,4% vanaf 01.01.2022. Op die manier vult PC 209 de maximale loonkostontwikkeling in die de regering had vooropgesteld.
Ondernemingen kunnen beslissen om de beschikbare loonmarge van 0,4% zelf in te vullen via een recurrent gelijkwaardig voordeel maar dienen daarvoor ofwel een cao op ondernemingsniveau af te sluiten, ofwel hun voorstel voor te leggen aan het Paritair Comité, afhankelijk van het feit of er al dan niet een vakbondsafvaardiging is binnen de onderneming. Het akkoord voor deze invulling dient gesloten te worden ten laatste op 15.01.2022. Indien de onderneming geen initiatief neemt om de marge zelf in te vullen, worden de effectieve brutolonen verhoogd met 0,4% op 01.01.2022.
Wij laten de brutolonen automatisch stijgen met 0,4%, tenzij u ons voor de payroll van januari 2022 informeert dat uw onderneming de loonmarge zelf zal invullen.
Retroactiviteitspremie
Voor het jaar 2021 krijgen de bedienden een eenmalige bruto premie van 200 EUR, die betaald moet worden in december 2021, als de bedienden aan de volgende voorwaarden voldoen:
- In dienst zijn op 30.11.2021;
- Minstens 60 effectieve arbeidsdagen gepresteerd hebben in een referteperiode van 01.01.2021 tot en met 30.11.2021 (pro rata voor nieuwe indiensttredingen in de loop van 2021, zowel wat betreft de premie als het aantal vereiste arbeidsdagen);
- Pro rata toepassing van de premie en de effectieve arbeidsdagen voor deeltijdse werknemers op basis van hun arbeidsregime op 30.11.2021.
De retroactiviteitspremie kan ook vervangen worden door een gelijkwaardig voordeel, maar hiervoor moet dezelfde specifieke procedure gevolgd worden als bij de loonsverhoging.
Wij berekenen de retroactiviteitspremie automatisch voor u, tenzij u ons voor de payroll van december informeert dat u deze premie zal vervangen door een gelijkwaardig voordeel.
Coronapremie
Uiterlijk op 31.12.2021 moeten ondernemingen een eenmalige coronapremie van 300 EUR netto toekennen onder de vorm van consumptiecheques. Deze premie wordt verhoogd met:
- 200 EUR netto wanneer de brutomarge van het boekjaar 2020 gelijk of groter is dan de gemiddelde brutomarge over de boekjaren 2018 en 2019.
- 100 EUR netto wanneer de brutomarge van het boekjaar 2020 maximaal 10% lager is dan de gemiddelde brutomarge over de boekjaren 2018 en 2019.
Gelieve uw boekhouder te contacteren om na te gaan of uw onderneming zich in deze situatie bevindt.
Om recht te hebben op de coronapremie moeten bedienden aan dezelfde voorwaarden voldoen als bij de retroactiviteitspremie.
Werkgevers die reeds een hogere of gelijkwaardige coronapremie in de vorm van consumptiecheques hebben toegekend sinds 01.08.2021, kunnen deze voor wat betreft de nettowaarde verrekenen met de coronapremie. De werkgever mag ook een hogere coronapremie geven (totaal max. 500 EUR) middels een individuele overeenkomst met de werknemers (indien er geen syndicale delegatie is).
Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging kunnen overeenkomen om de coronapremie te vervangen door een bedrijfsspecifiek voordeel.
Ondernemingen moeten de coronapremie NIET toekennen in de volgende gevallen:
- De onderneming heeft een bedrijfsverlies in de boekjaren 2019 en 2020, én er is een daling van de brutomarge van minimaal 10% in het boekjaar 2020 ten opzichte van de gemiddelde bruto marge over de boekjaren 2018 én 2019.
- De onderneming heeft een negatief bedrijfsresultaat in het laatste boekjaar, is in herstructurering, of heeft bijzondere moeilijkheden gekend, én deze onderneming heeft een afwijking bekomen via het Paritair Comité.
Gelieve uw boekhouder te contacteren om na te gaan of u zich in deze situatie bevindt.
Gelieve ons ten laatste met de payroll van december te laten weten hoeveel de coronapremie voor uw onderneming bedraagt. Gelieve ons ook te informeren indien u reeds een voordeel ter vervanging van de coronapremie heeft toegekend of indien u de coronapremie zal vervangen door een ander voordeel.
Minimumloon
Het sectorale gewaarborgde minimum maandloon (momenteel 1820,78 EUR) zal telkens verhogen met 80 EUR op 01.01.2022 (naar 1900,78 EUR), op 01.01.2023 (naar 1980,78 EUR) en op 01.01.2024 (naar 2060,78 EUR).
De overige schaallonen worden verhoogd met 0,4% op 01.01.2022.
Ecocheques
De ecocheques kunnen worden omgezet naar een ander voordeel.
Mobiliteit
Tenzij er een gunstigere regeling bestaat op ondernemingsvlak, wijzigen vanaf 01.01.2022 de volgende regels:
- Verhoging tussenkomst werkgever bij privé-vervoermiddel (ander dan fiets): terugbetaling van 0,075 EUR per afgelegde kilometer met als maximumbedrag 8,18 EUR per dag (minimum bedrag per arbeidsdag blijft behouden).
- Verhoging tussenkomst werkgever voor fietsvergoeding: terugbetaling van 0,18 EUR per kilometer met als maximumbedrag 7,20 EUR per dag per arbeidsdag (minimum bedrag per arbeidsdag blijft behouden).
Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om gebruik te maken van de derdebetalersregeling.
Gelieve ons te informeren of wij de werkgeverstussenkomst moeten verhogen.
SWT en tijdskrediet
Voor tijdskrediet met motief past PC 209 de algemene regels toe zoals deze van toepassing zijn in cao n°103 en zullen de bedienden voor het motief zorg kunnen genieten van 51 maanden tijdskrediet en voor het motief opleiding van 36 maanden, indien zij aan de voorwaarden voldoen.
Voor tijdskrediet bij landingsbanen was binnen PC 209 reeds een 1/5e tijdskrediet mét uitkering mogelijk voor werknemers vanaf 55 jaar, op voorwaarde dat zij een lange loopbaan (35 jaar) konden aantonen, een zwaar beroep of 20 jaar nachtarbeid én mits 2 jaar anciënniteit binnen de onderneming. Halftijds tijdskrediet mét uitkering is ook mogelijk vanaf 55 jaar onder bovenvermelde voorwaarden. Deze stelsels worden nu verlengd.
Wat SWT betreft worden de akkoorden in de sector verlengd waardoor de werknemers kunnen instappen in het SWT indien ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Opleiding
Het overdraagbaar individueel opleidingsrecht van de werknemer zal worden uitgebreid van 16 naar 24 uur per jaar.
Loopbaanverlof
Bedienden krijgen een tweede dag loopbaanverlof vanaf de leeftijd van 58 jaar (bovenop de reeds bestaande vanaf 50 jaar).
Tijdelijke werkloosheid
De aanvullende vergoeding voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht zal stijgen met 2,21% vanaf 01.01.2022, zodat deze vergoeding identiek zal zijn aan de vergoeding voor de arbeiders.
Hou er ook rekening mee dat voor de berekening van de eindejaarspremie voor 2021, de werkgever verplicht is om een aanvullende eindejaarpremie te betalen van 7,5 EUR per dag tijdelijke werkloosheid met een maximum van 100 dagen.
Klein verlet
Een bediende heeft recht op klein verlet voor de dag van het huwelijk van een familielid. Deze regel zal nu gelden ongeacht of dit familielid onder hetzelfde dak woont als de werknemer. “Familie” wordt gedefinieerd als verwantschap tot en met de derde graad.
De werknemer kan nu ook de dag van de begrafenis nemen, bij het sterven van gelijk welke bloedverwant, ongeacht of deze bloedverwant onder hetzelfde dak woont dat van de bediende.
Het klein verlet voor huwelijk van het kind zal ook opgenomen kunnen worden op de activiteitsdag voorafgaand aan het huwelijk indien dit huwelijk op een inactiviteitsdag valt van de werknemer.